naar huis toe van het werkze zeggen dat ik bofik heb een huis en werkik lach maar mee alsofalsof ik dankbaar en gelukkig benals ik de bus verlaaten langs de krotten loopbij mijn liefje in de straatdit lijkt niet op het paradijsdat ik haar toen had beloofdkinderen van verspelen hier in de troepin een uitgebrande autoop een opgebroken stoepoase in de regenmet veel te weinig zonde stem van de woestijnhangt de was op het balkondit kan – dit mag het land niet zijnwaar zij in heeft geloofdzo zal het nooit meer gaanik haal je hier vandaanik doe mijn bestik krom mijn rugen dan rijden we de nacht inen we komen nooit meer teruger stopt een grote sleeverdwaald hier in de buurtdat had mijn wagen moeten zijnmet mij achter het stuuren jij daar voorin naast memet die jurk van toen weer aandat is een hele tijd geledenzou die je nog staan?ik wijs de man de weg van hierdie ik met jou zal gaanzo zal het nooit meer gaan ik haal je hier vandaanik doe mijn bestik krom mijn rugen dan rijden we de nacht in
en we komen nooit meer terug